Het aanbrengen van vleermuis werende maatregelen moet plaatsvinden volgens en in overeenstemming met de natuurkalender.
|
Winterperiode - Toegestaan, maar de woning is pas vleermuisvrij ná de winterperiode. |
|
Toegestaan, na 5 dagen is de woning vleermuisvrij. |
|
Effectiviteit vleermuiswerende maatregelen moet worden ingeschat door een ecoloog (avondtemperatuur 2 dagen achtereen >10˚C). |
|
Kraamperiode - Niet toegestaan. |
Winterperiode
Vleermuizen zijn tussen 1 november en 1 maart inactief (vergelijkbaar met een winterslaap) en vliegen die maanden zelden uit om eten te zoeken. Het aanbrengen van vleermuis werende maatregelen kan dan wel, maar pas na 1 maart worden vleermuizen weer actief en kan een woning dan ook natuurvrij worden verklaard. Dieren kunnen in de winter het pand verlaten zodat zij indien gewenst naar vorstvrije winterverblijfplaatsen kunnen uitwijken.
Kraamperiode
In de kraamperiode (die globaal loopt van 1 april tot 1 augustus) als er nog geen ‘’vlieg vlugge’’ jongen zijn, is het natuurvrij maken onverantwoord en mag het niet plaatsvinden. Volwassen vleermuizen zullen het pand wel verlaten, maar de jongen blijven achter. Vleermuis werende maatregelen mogen dus niet worden aangebracht in de periode van 1 april tot 1 augustus. Ook in verband met het broedseizoen van vogels dienen de maatregelen voor 1 april te zijn aangebracht.
Het natuurvrij maken van spouwmuren mag binnen de methodiek van het pre-SMP (soortenmanagementplan) uitsluitend door een erkend isolatiebedrijf plaatsvinden, Takkenkamp is een van deze erkende bedrijven.