Hoe voorkomt u schimmel in huis?

De was drogen, koken, douchen, dweilen of veel kamerplanten in huis, allemaal oorzaken voor een toename van de luchtvochtigheid in huis. Wanneer het kouder wordt, houden we ramen en luchtroosters het liefst zoveel mogelijk dicht. Met als gevolg dat het vocht het huis niet uit kan en er een kans bestaat dat het vocht gaat condenseren in de woning.

Bij geïsoleerde woningen is ventilatie daarom erg belangrijk. Een goed geïsoleerd huis houdt de warmte binnen en de kou buiten, maar als er niet geventileerd wordt, kan dit leiden tot vochtophoping. Isoleren is daarom ventileren! Hou hier als bewoner rekening mee.

Als vochtige lucht niet uit huis kan, ontstaat condensatie op bijvoorbeeld muren, ramen en / of plafonds. Condens in huis is op zich niet schadelijk, maar het is wel een signaal dat er meer ventilatie of afzuiging in de woning nodig is.

Een hoge luchtvochtigheid in huis kan wel schadelijk zijn, want dat kan zorgen voor schimmels. Vochtige ondergronden zijn namelijk ideale omstandigheden voor schimmels. Hier kunnen zij zich makkelijk vormen en uitbreiden.

Een warmere temperatuur zorgt voor een drogere lucht. Maar omdat we de verwarming het liefst niet of zo laag mogelijk aanzetten, houden we de temperatuur in huis laag. Door deze lage luchttemperatuur wordt er ook minder vocht opgenomen. Oppervlakten zijn kouder en ook hierdoor kan er eerder condens ontstaan.

Een prettig wooncomfort is belangrijk, maar een gezond binnenklimaat is dat ook. Overtollig vocht in huis kan afgevoerd worden door ventilatieroosters of door een raam op een kier te zetten (bijvoorbeeld snachts, als de verwarming toch al laag staat). Een goede ventilatie door een subtiele en continue luchtstroom in huis is noodzakelijk voor het voorkomen van vochtproblemen in huis en dus een gezond leefklimaat.

Een hoge luchtvochtigheid, zorgt voor een koudere gevoelstemperatuur en kost meer energie om te verwarmen. Het omlaag brengen van de luchtvochtigheid in huis, draagt daarom ook bij aan de energiekosten. Droge lucht is sneller warm en kost dus minder energie om op te warmen. Voor de energierekening én voor de ideale luchtvochtigheid in huis is het dus aan te raden om de verwarming toch niet helemaal uit te zetten.

Door het huis gelijkmatig te verwarmen, wordt de lucht droger. Volgens GGD Leefomgeving is het raadzaam om de verwarming overdag minstens op 18 graden en ’s nachts op 15 graden te zetten. Dit is volgens de GGD een goede temperatuur om de luchtvochtigheid te verlagen en schimmel te voorkomen.